Geïmmigreerde Joodse artsen
Joodse artsen in Nederland
Nederlandse artsen in de koloniën en elders
Niet-Joodse artsen in Nederland
Nederlandse artsen 1940




scroll naar beneden

77 studenten
2.734 studenten
93 studenten

1.466 studenten
1933-1945
Niet afgestudeerd (in Nederland)

109 studenten
1.611 studenten
1940-1945
Afgestudeerd na mei 1945
1940-1945
Afgestudeerd tijdens bezetting
Medische studenten


211
51
42
33
14
10
Steden met een > 10 Joodse artsen
Amsterdam
Den Haag
Deventer
Rotterdam
Utrecht
Groningen

Deventer


Groningen


Postcodes 9000-9999
490 Niet-Joodse artsen
11 Joodse artsen


Postcodes 7000-7999
470 Niet-Joodse artsen
64 Joodse artsen


Postcodes 5000-5999
384 Niet-Joodse artsen
9 Joodse artsen


Postcodes 4000-4999
360 Niet-Joodse artsen
8 Joodse artsen


Postcodes 3000-3999
1285 Niet-Joodse artsen
61 Joodse artsen


Postcodes 2000-2999
1515 Niet-Joodse artsen
70 Joodse artsen


Postcodes 1000-1999
1452 Niet-Joodse artsen
230 Joodse artsen


Postcodes 8000-8999
299 Niet-Joodse artsen
9 Joodse artsen
Den Haag


Rotterdam

Utrecht



Postcodes 6000-6999
608 Niet-Joodse artsen
13 Joodse artsen
Amsterdam




Bij de Duitse inval op 10 mei 1940 telde Nederland 6.952 artsen, onder wie 571 (8,2 %) vrouwen. Hun namen en adressen en de bijzonderheden over hun praktijkvoering zijn terug te vinden in de Geneeskundig Jaarboekjes. In de jaren 1940-1945 vestigden zich 1.479 nieuwe artsen (204 vrouwen, 13,8 %). In totaal waren er tijdens de bezettingsjaren zo’n 9.000 artsen werkzaam, inclusief de universitaire medewerkers en onderzoekers.
Tijdens de bezetting zijn 189 Nederlands-Joodse artsen en 59 Joodse medische studenten overleden. Hun namen vindt men terug op het Holocaust Namenmonument. Het zijn de Joden ‘die vanuit Nederland zijn vervolgd en gedeporteerd, alsmede gedeporteerde Nederlandse Joden woonachtig in andere landen, die in naziconcentratie- en vernietigingskampen zijn vermoord, alsook zij die zijn omgekomen door honger of uitputting tijdens transporten en dodenmarsen en waar geen graf van bekend is’.

Het Holocaust Namenmonument in Amsterdam dat op 19 september 2021 werd onthuld, verwijst naar de zwartste bladzijden in de vaderlandse geschiedenis. 104.000 Nederlandse Joden, Sinti en Roma werden het slachtoffer van de ideologie van het Naziregime tijdens de Duitse bezetting van Nederland. Deze tentoonstelling geeft een beeld van de lotgevallen van de Joodse artsen en medische studenten die slachtoffer werden van de Holocaust.
JOODSE ARTSEN EN DE HOLOCAUST
is een voorbeeld van een arts die door zelfdoding is overleden. Hij had zich na zijn artsexamen (1926) in de chirurgie gespecialiseerd en werkte als uitwonend assistent in het Binnengasthuis van Amsterdam. Tijdens de mobilisatie stortte hij geestelijk in. Op de dag van de capitulatie besloten hij en zijn echtgenote door het innemen van cyanidetabletten zich het leven te benemen.


is een voorbeeld van een Joodse arts die tijdens zijn onderduik overleed. Hij was al rustend huisarts toen hij samen met zijn vrouw de steeds grimmiger houding van de bezetter tegen Joodse burgers ervoer. Na de ‘gewelddadige dood’ (1941) van zijn echtgenote ging Levie in onderduik, eerst bij een plaatselijke kennis en in 1943 in Den Haag, de geboorteplaats van zijn vrouw. Daar overlijdt hij op 17 januari 1945.
behoort tot de gesneuvelde Joodse artsen. Hij was prosector-conservator bij het Laboratorium voor Pathologie te Groningen en meldde zich na de Duitse inval vrijwillig bij het korps van de Geneeskundige Dienst. Tijdens de gevechten aan de Grebbeberg werd hij door een kogel geraakt terwijl hij ‘met deernis en dapperheid een poging deed om eenige gewonde soldaten uit de Grebbelinie naar veiliger plaats te evacueren’.


is een van de Joodse artsen die erin slaagden te vluchten. Samen met zijn echtgenote vond hij nog net een vrachtschip dat hem naar Amerika wilde brengen. Het schip liep echter op een mijn, zodat beiden berooid van alle bagage weer in Dordrecht belandden. Een tweede poging slaagde wel. Eenmaal in New York maakte heimwee, versterkt door berichten over omgekomen familie, zijn bestaan ondragelijk. Johan overleed in november 1943.
Zestig Joodse artsen zijn tijdens de bezettingsjaren op andere wijze omgekomen dan door deportatie en moord in de kampen.
211
51
42
33
14
10
Geïmmigreerde Joodse artsen
Joodse artsen in Nederland
Nederlandse artsen in de koloniën en elders
Niet-Joodse artsen in Nederland
Nederlandse artsen 1940




77 studenten
2.734 studenten
93 studenten

1.466 studenten
1933-1945
Niet afgestudeerd (in Nederland)

109 studenten
1.611 studenten
1940-1945
Afgestudeerd na mei 1945
1940-1945
Afgestudeerd tijdens bezetting
Medische studenten

Steden met een > 10 Joodse artsen
Amsterdam
Den Haag
Deventer
Rotterdam
Utrecht
Groningen


Groningen


Postcodes 9000-9999
490 Niet-Joodse artsen
11 Joodse artsen


Postcodes 7000-7999
470 Niet-Joodse artsen
64 Joodse artsen


Postcodes 5000-5999
384 Niet-Joodse artsen
9 Joodse artsen


Postcodes 4000-4999
360 Niet-Joodse artsen
8 Joodse artsen


Postcodes 3000-3999
1285 Niet-Joodse artsen
61 Joodse artsen


Postcodes 2000-2999
1515 Niet-Joodse artsen
70 Joodse artsen


Postcodes 1000-1999
1452 Niet-Joodse artsen
230 Joodse artsen


Postcodes 8000-8999
299 Niet-Joodse artsen
9 Joodse artsen
Deventer

Den Haag


Rotterdam



Postcodes 6000-6999
608 Niet-Joodse artsen
13 Joodse artsen
Amsterdam

Utrecht

Bij de Duitse inval op 10 mei 1940 telde Nederland 6.952 artsen, onder wie 571 (8,2 %) vrouwen. Hun namen en adressen en de bijzonderheden over hun praktijkvoering zijn terug te vinden in de Geneeskundig Jaarboekjes. In de jaren 1940-1945 vestigden zich 1.479 nieuwe artsen (204 vrouwen, 13,8 %). In totaal waren er tijdens de bezettingsjaren zo’n 9.000 artsen werkzaam, inclusief de universitaire medewerkers en onderzoekers.



Tijdens de bezetting zijn 189 Nederlands-Joodse artsen en 59 Joodse medische studenten overleden. Hun namen vindt men terug op het Holocaust Namenmonument. Het zijn de Joden ‘die vanuit Nederland zijn vervolgd en gedeporteerd, alsmede gedeporteerde Nederlandse Joden woonachtig in andere landen, die in naziconcentratie- en vernietigingskampen zijn vermoord, alsook zij die zijn omgekomen door honger of uitputting tijdens transporten en dodenmarsen en waar geen graf van bekend is’.

Het Holocaust Namenmonument in Amsterdam dat op 19 september 2021 werd onthuld, verwijst naar de zwartste bladzijden in de vaderlandse geschiedenis. 104.000 Nederlandse Joden, Sinti en Roma werden het slachtoffer van de ideologie van het Naziregime tijdens de Duitse bezetting van Nederland. Deze tentoonstelling geeft een beeld van de lotgevallen van de Joodse artsen en medische studenten die slachtoffer werden van de Holocaust.
JOODSE ARTSEN EN DE HOLOCAUST

is een van de Joodse artsen die erin slaagden te vluchten. Samen met zijn echtgenote vond hij nog net een vrachtschip dat hem naar Amerika wilde brengen. Het schip liep echter op een mijn, zodat beiden berooid van alle bagage weer in Dordrecht belandden. Een tweede poging slaagde wel. Eenmaal in New York maakte heimwee, versterkt door berichten over omgekomen familie, zijn bestaan ondragelijk. Johan overleed in november 1943.
behoort tot de gesneuvelde Joodse artsen. Hij was prosector-conservator bij het Laboratorium voor Pathologie te Groningen en meldde zich na de Duitse inval vrijwillig bij het korps van de Geneeskundige Dienst. Tijdens de gevechten aan de Grebbeberg werd hij door een kogel geraakt terwijl hij ‘met deernis en dapperheid een poging deed om eenige gewonde soldaten uit de Grebbelinie naar veiliger plaats te evacueren’.


is een voorbeeld van een Joodse arts die tijdens zijn onderduik overleed. Hij was al rustend huisarts toen hij samen met zijn vrouw de steeds grimmiger houding van de bezetter tegen Joodse burgers ervoer. Na de ‘gewelddadige dood’ (1941) van zijn echtgenote ging Levie in onderduik, eerst bij een plaatselijke kennis en in 1943 in Den Haag, de geboorteplaats van zijn vrouw. Daar overlijdt hij op 17 januari 1945.
is een voorbeeld van een arts die door zelfdoding is overleden. Hij had zich na zijn artsexamen (1926) in de chirurgie gespecialiseerd en werkte als uitwonend assistent in het Binnengasthuis van Amsterdam. Tijdens de mobilisatie stortte hij geestelijk in. Op de dag van de capitulatie besloten hij en zijn echtgenote door het innemen van cyanidetabletten zich het leven te benemen.

Zestig Joodse artsen zijn tijdens de bezettingsjaren op andere wijze omgekomen dan door deportatie en moord in de kampen.
