Omdat ondraaglijk lijden een persoonlijke ervaring is zullen artsen (en ook SCEN-artsen) er in hun beoordeling voor moeten waken dat zij de ondraaglijkheid van het lijden van de patiënt niet vanuit hun eigen visie op lijden beoordelen.

Lijden is een breed begrip en kan velerlei oorzaken hebben. In de zaak Brongersma uit 2002 bepaalde de Hoge Raad dat in het kader van levensbeëindiging door een arts, het lijden van de patiënt zijn oorsprong in overwegende mate moet vinden in een medisch classificeerbare ziekte of aandoening (de zogenoemde medische grondslag). Die ziekte of aandoening kan zowel somatisch als psychisch van aard zijn. Het hoeft niet te gaan om één overheersend medisch probleem. Het lijden van de patiënt kan ook het gevolg zijn van een stapeling van grotere en kleinere gezondheidsproblemen of ouderdomsaandoeningen.

De arts de overtuiging heeft gekregen dat er sprake is van....
De WTL bepaalt dat een SCEN-arts zich als onafhankelijk arts een oordeel moet vormen over de overtuiging van de uitvoerend arts dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de patiënt.

De uitzichtloosheid van het lijden is door de behandelend arts relatief makkelijk vast te stellen en aan de SCEN-arts uit te leggen. Daarbij kan het patiëntendossier aanvullende informatie geven. Bij de ondraaglijkheid van het lijden ligt dat anders. Ondraaglijk lijden is immers een persoonlijke ervaring van de patiënt. De SCEN-arts zal echter tot een beredeneerd oordeel moeten komen over de overtuiging van de behandelend arts inzake het door de patiënt als ondraaglijk ervaren lijden. Dit kan alleen als de SCEN-arts zowel het perspectief van de patiënt als van de behandelend arts kent op het door de patiënt als ondraaglijk ervaren lijden.

Om ondraaglijk lijden vanuit het perspectief van de patiënt te begrijpen is het noodzakelijk diens lijden te plaatsen in het licht van diens levensverhaal, ziektegeschiedenis, persoonlijkheid, normen en waarden en (lichamelijke en psychische) draagkracht.

Lijden uiteengezet

De optelsom van medische problemen kan, in samenhang met de ziektegeschiedenis, de biografie, de persoonlijkheid, het waardenpatroon en de draagkracht van de patiënt, een lijden doen ontstaan dat voor de patiënt ondraaglijk is. Belangrijk daarbij is wel dat de patiënt dit lijden daadwerkelijk ervaart. Er kunnen zich situaties voordoen waarin dat niet (meer) het geval is, zoals bij een coma.

Is de patiënt in een situatie komen te verkeren waarin hij of zij het lijden niet (meer) kan ervaren, dan is inwilliging van een verzoek om euthanasie in beginsel niet mogelijk. Het feit dat de naasten van de patiënt diens situatie als ontluisterend ervaren, is daarbij niet van belang. Dat de patiënt het lijden ervaart, kan blijken uit diens verbale of non-verbale uitingen en reacties. In gevallen waarin de patiënt het lijden niet meer goed onder woorden kan brengen, is het belangrijk dat de arts let op andere signalen die iets kunnen zeggen over de lijdensdruk van de patiënt.

Lijden uiteengezet