Patiënten gebruiken de term uitzichtloos daarentegen óók om aan te geven dat het feit dat er geen verbetering meer mogelijk is voor hen onaanvaardbaar is. Vaak is dat het moment waarop de patiënt verzoekt om het leven te beëindigen. Deze door de patiënt ervaren uitzichtloosheid draagt bij aan de ondraaglijkheid, maar is op zichzelf niet voldoende.

Uitzichtloos lijden
Het lijden van een patiënt wordt – in juridische zin – als uitzichtloos beschouwd als de ziekte of aandoening die het lijden veroorzaakt niet te genezen is en het ook niet mogelijk is de symptomen zodanig te verzachten dat daardoor de ondraaglijkheid verdwijnt. Bij het beoordelen van de uitzichtloosheid staan de diagnose en de prognose centraal. De uitzichtloosheid gaat over de vraag of er een reëel uitzicht is op het wegnemen of verzachten van de symptomen anders dan door euthanasie. Daarbij moet rekening worden gehouden met zowel de mate van verbetering die door een behandeling kan worden bereikt als met de belasting die deze behandeling voor de patiënt met zich meebrengt.

De uitzichtloosheid (in juridische zin) moet worden gezien in relatie tot de ziekte of aandoening van de patiënt en de daarmee verbonden symptomen. Van uitzichtloosheid zoals bedoeld in de WTL is sprake wanneer reële, en voor de patiënt redelijke, curatieve of palliatieve behandelopties ontbreken.

Lijden uiteengezet