De uitdaging om tot een oordeel over ondraaglijk lijden te komen, ligt daarbij in het afstand nemen van uw persoonlijke opvattingen, ook bij de zogenaamde ‘complexe gevallen’. Het is uw taak zich te concentreren op het ophelderen van de persoonlijke beleving van de patiënt en de overtuiging van de uitvoerend arts. Daarbij gaat u uit van het normatief open karakter van de wettelijke ondraaglijkheidseis. Dat vraagt van u als SCEN-arts om uw oordeel niet te geven vanuit uw persoonlijke normen en waarden maar met in achtneming van actuele rapporten, standpunten, handreikingen, jurisprudentie, en uitspraken van de toetsingscommissies (Code of Practice, jaarverslagen).

Uw oordeel als SCEN-arts
Uw oordeel speelt een belangrijke rol in de verdere juridische stappen in het kader van de WTL, met name de toetsing door de RTE. Het ondraaglijk lijden criterium is een zogenoemde ‘open’ norm. De wetgever heeft deze eis open en abstract geformuleerd zowel om zo recht te kunnen doen aan het individuele, persoonlijke karakter van ondraaglijkheid, als om de invulling van dit begrip mee te kunnen laten bewegen met de veranderende professionele en publieke opinie.

De afgelopen jaren heeft er een verschuiving plaatsgevonden, waardoor ook andere patiënten dan de terminaal somatische patiënt hun euthanasieverzoek gehonoreerd zagen. De RTE’s hebben met haar oordelen deze verschuivingen in professionele en publieke opinie als het ware geaccordeerd. Dat betekent dat u in uw werk als SCEN-arts deze verschuivende invulling van het begrip ondraaglijk lijden dient te respecteren.

Lijden uiteengezet