1. De vakantie-uitkering wordt elk jaar in mei uitbetaald over de periode 1 juni van het voorgaande kalenderjaar tot en met 31 mei van het betreffende kalenderjaar.
     
  2. De vakantie-uitkering is 8,33% van het totaal van de door de medewerker in deze periode ontvangen bruto maandsalarissen en overwerkvergoedingen.

  3. Bij beëindiging van het dienstverband vindt uitbetaling van de nog te ontvangen vakantie-uitkering plaats. 

Artikel 7.1
Vakantie-uitkering

Artikel 7.2
Eindejaarsuitkering 

  1. In december van ieder kalenderjaar wordt een eindejaarsuitkering aan de medewerker toegekend van 2,5% van het totaal van de in het betreffende kalenderjaar ontvangen bruto maandsalarissen.

  2. Bij beëindiging van het dienstverband vindt uitbetaling plaats van de tot dan toe opgebouwde eindejaarsuitkering. 

Artikel 7.3
Uitkering bij overlijden

  1. In geval van overlijden van de medewerker wordt het bruto maandsalaris tot en met de maand waarin het overlijden plaatsvond uitbetaald.

  2. Aan de partner van de overleden medewerker wordt een bedrag betaald, gelijk aan drie bruto maandsalarissen.

  3. De overlijdensuitkering wordt vermeerderd met de naar rato opgebouwde vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering. 
VII Uitkeringen     

Artikel 7.3
Uitkering bij overlijden

  1. In geval van overlijden van de medewerker wordt het bruto maandsalaris tot en met de maand waarin het overlijden plaatsvond uitbetaald.

  2. Aan de partner van de overleden medewerker wordt een bedrag betaald, gelijk aan drie bruto maandsalarissen.

  3. De overlijdensuitkering wordt vermeerderd met de naar rato opgebouwde vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering. 

Artikel 7.2
Eindejaarsuitkering 

  1. In december van ieder kalenderjaar wordt een eindejaarsuitkering aan de medewerker toegekend van 2,5% van het totaal van de in het betreffende kalenderjaar ontvangen bruto maandsalarissen.

  2. Bij beëindiging van het dienstverband vindt uitbetaling plaats van de tot dan toe opgebouwde eindejaarsuitkering. 
  1. De vakantie-uitkering wordt elk jaar in mei uitbetaald over de periode 1 juni van het voorgaande kalenderjaar tot en met 31 mei van het betreffende kalenderjaar.
     
  2. De vakantie-uitkering is 8,33% van het totaal van de door de medewerker in deze periode ontvangen bruto maandsalarissen en overwerkvergoedingen.

  3. Bij beëindiging van het dienstverband vindt uitbetaling van de nog te ontvangen vakantie-uitkering plaats. 

Artikel 7.1
Vakantie-uitkering

VII Uitkeringen